Ik denk al wel eens na. Over van alles en nog wat. Vaak over hoe je je leven praktischer kan maken op een eenvoudige manier. Vandaag kwam ik uit bij wat me tegenhoudt om meer te fietsen. Ik heb een supertoffe e-bike. Door de elektrische ondersteuning die hij biedt, hoef ik afstand niet te vrezen. Het kost me ook niet héél veel inspanning. Wat houdt me dan nog tegen? Een korte reflectie van mijn zelfonderzoek:
Doe ik het graag? Ja, maar…
Niet zonder mijn ‘gerief’
Ik hou van fietsen, daar ligt het niet aan. Dat heerlijk vrije gevoel, frisse buitenlucht in mijn neus, me niet moeten ergeren aan files: Ik kan daar helemaal nostalgisch van worden. Wat ik wel mis, is bagageruimte. Mijn laptop, jasje, lunch, … Ik wil niet aan ‘gerief’ inboeten als ik een dag van huis ben. Maar als een muilezel rondreizen, daar bedank ik ook feestelijk voor.
Daarnaast stuit ik op de angst dat mijn mooie, sjieke fiets gestolen zou worden. Fietsen zijn makkelijker te stelen dan auto’s. Tenzij je de dieven voor bent, en je fiets zó vasthangt, dat zelfs de gemeenste gluiperd hem laat staan uit onmacht.
Een fietsband oppompen, is makkelijker dan die van een auto. Dat argument kan me alvast niet tegenhouden. Mocht ik een goeie pomp hebben tenminste.
Conclusie van mijn zelfreflectie
Wat heb ik dus nodig om meer en zorgeloos te fietsen? Buiten een uitstekende fiets, deze steengoede basics:



Zie je die fietser met wapperende haren gààn? Dat ben ik!
Groetjes!