September:
Na een welverdiende vakantie om een jaar van zwoegen en zweten te belonen, vliegen we er opnieuw in. Ik maakte tijdens de vakantie enkele goede voornemens. Plan 1 is om met de fiets naar het werk te rijden. Een elektrische, gezien de afstand. Maar september is een dure maand, met studerende kinderen. En de aankoopprijs van zo’n fiets is niet niks. Na wat wikken en wegen, ging ik toch overstag. Wil je weten welke (financiële) argumenten mij overtuigden? Hieronder mijn lijstje van 6:
1. De fietsvergoeding
De fietsvergoeding is een vergoeding die je krijgt als je geheel of gedeeltelijk met de fiets naar het werk rijdt. Je krijgt maximaal 0,23 euro per kilometer. Tenminste, als je werkgever het ermee eens is, want hij is er niet toe verplicht. Hij mag bovendien zelf bepalen of hij enkel de woon- of ook de terugrit vergoedt. Maar gezien het voor hem een 100% aftrekbare bedrijfskost is, die geen sociale lasten genereert, is de kans bijzonder groot dat hij ze volledig toekent. Voor jou, als werknemer is het een onbelastbaar inkomen. Als je bijvoorbeeld 15 km van je werk woont, kan je op een vergoeding van 1656 euro (15 x 2 x 0,23 = 6,9 euro/dag = 34,5 euro/week = 138 euro/maand = 1656 euro/jaar) op jaarbasis rekenen. Dat wil zeggen dat je op 1 à 2 jaar tijd je fiets terugverdiend hebt!
De fietsvergoeding is combineerbaar met andere vergoedingen, er rekening mee houdend dat er slechts 1 fiscaal vrijgestelde vergoeding per traject mogelijk is. Dit wil zeggen dat je een fietsvergoeding kan combineren met:
- een tussenkomst voor openbaar vervoer;
- een autovergoeding (bvb als je met de auto tot de rand van de stad rijdt, en dan je weg verder zet met een (vouw)fiets);
- enkele dagen met de wagen naar het werk.
2. Lenen tegen bodemtarieven
De autoleningen voor ecologische wagens zijn erg laag. Die lage tarieven gelden ook voor wie een elektrische fiets koopt. Ik, als deel van generatie Y, groeide op met het idee dat je betaalt wat je gebruikt. Afbetalen, dat deed je alleen voor een huis. Anno 2018 zijn er wel wat zaken veranderd. Sparen werd een ander begrip, omdat (veel) geld op de bank zetten je amper iets oplevert. Lenen voor bijvoorbeeld een auto doen de meeste mensen ondertussen. En in rechte lijn daarop volgt het lenen voor een e-bike. Het bedrag dat je extra betaalt, is verwaarloosbaar. En je kan onmiddellijk andere besparingen doen. Bij Belgocycle kan je via de website heel eenvoudig aangeven dat je je fiets via Beobank wil afbetalen. En dat aan een rentevoet van 0 %!
3. Besparing op benzine
Voor het opladen van je batterij betaal je enkele centen. De rest is benenwerk. Wat je dat bespaart op jaarbasis? Reken maar eens uit. Een auto verbruikt gemiddeld 1 liter benzine per 15 km en die liter kost op dit moment gemiddeld 1,68 euro. Dat wil zeggen, dat als je 15 km van je werk woont, je 806,40 euro (2l/dag x 1,68 x euro x 5 dagen x 4 weken x 12 maanden) op jaarbasis bespaart!
4. De aankoopprijs in verhouding met een auto of moto
Voor een auto of moto betaal je al snel een tienvoud van de aankoopprijs van een elektrische fiets. En voor je gezondheid leveren die vervoersmiddelen niets op!
5. Geen verzekering nodig
Je hoeft geen verzekering af te sluiten voor een elektrische fiets (tenzij voor een speedelec). En als je het toch doet, kost het je een pak minder dan voor een ander gemotoriseerd voertuig. Kedzjing! In the pocket.
6. (Eventuele) premie via de gemeente
Sommige gemeentes geven subsidies of premies als je een elektrische (bak)fiets koopt. Meestal moet je daar wel je auto voor wegdoen. In Gent kan je bvb een subsidie tot 500 euro krijgen, in Hasselt tot 400 euro.
Als ik je onderweg tegenkom op de fiets dit jaar, wuif dan eens!
Bronnen: